Geiranger is een dorpje aan het Geirangerfjord en telt zo’n 300 inwoners die bijna allemaal van het zomer toerisme leven.
Als je zoals wij het dorp vanaf de noordkant benadert dan daal je via de steile Ornevegen, of Eagleroad met 11 haarspeldbochten af naar het dorpje.
Voor de afdaling heb je eerst een uitzichtpunt over het fjord.
Gelijk aan de voet van de weg liggen diverse hotels en campings en op een daarvan hadden wij een hytter gehuurd.
Het was een bescheiden huisje aan de rand van het fjord, met een joekel van een flatscreen aan de wand.
Daar hebben we niet veel gebruik van gemaakt want het was veel vermakelijker om de cruiseschepen en de campinggasten te observeren.
Het was een komen en gaan van campers en we verbaasden ons steeds meer over de mogelijkheden welke sommige campers aan boord hebben.
Gemiddeld leggen er per zomer zo’n 140 schepen aan voor een dag of dagdeel en ook dat is zeer leuk om naar te kijken. Sommige schepen hebben wel meer dan 3000 passagiers aan boord. Daarvan gaat een groot deel dagtochten maken, dus het is ook een komen en gaan van bussen. Om aan land te gaan is er een drijvende steiger, maar dat zal wel een paar kronen kosten want die hebben we maar een keer in gebruik gezien. Meestal worden de reddingssloepen als tender gebruikt.
Ook hebben we nog een boottocht over het fjord gemaakt. Je kan dan kiezen voor een toeristische tocht met een toeristisch prijskaartje, of voor de veerboot naar Hellesylt. Wij gingen voor de veerboot, een tocht van twee maal een uur. Tijdens de vaartocht worden we bijgepraat over de omgeving. We zien onder andere de seven sisters, een waterval.
Het Geirangerfjord is erg mooi en staat ook op de Unesco werelderfgoed lijst.
Kortom, we vermaken ons prima, al begint Jennifer behoorlijke kiespijn te krijgen van haar verstandkiezen.